De schildklier, of thyroid, is een klier die aan de voorzijde van de hals ligt. De schildklier produceert de hormonen thyroxine (T4) en tri-joodthyronine (T3). Deze hormonen spelen een belangrijke rol in de stofwisseling en worden gemaakt van jodium en het aminozuur tyrosine.
Als de schildklier te veel of te weinig schildklierhormonen aanmaakt, heeft dat gevolgen voor het hele lichaam. Bij overproductie van schildklierhormonen (hyperthyreoïdie) gaat de stofwisseling te snel. Dit verschijnsel kan meerdere oorzaken hebben, maar meestal is de oorzaak de ziekte van Graves, een auto-immuunziekte. Patiënten met de ziekte van Graves maken antistoffen die tegen de eigen schildklier gericht zijn. Deze antistoffen binden op een activerend molecuul op de cellen, wat ervoor zorgt dat de schildklier hormonen afgeeft.
De ziekte is vernoemd naar de Ierse dokter Robert Graves, die als een van de eersten de ziekte beschreef op basis van zijn twee karakteristieke symptomen: struma en exoftalmus.
De ziekte van Graves is tegenovergesteld aan de ziekte van Hashimoto, waar de patiënt ook antistoffen maakt tegen de eigen schildklier. Patiënten met de ziekte van Hashimoto maken echter antistoffen die de schildklier inactief maakt, wat zorgt een een tekort aan schildklierhormoon (hypothyreoïdie).
Oorzaken
De oorzaak van de auto-immuunreactie de zorgt voor de ziekte van Graves ligt bij de Thyroid Stimulating Immunoglobulins (TSI’s). Dit zijn antistoffen die aan de receptor voor TSH vast gaan zitten, wat voor een chronische activatie van de schildkliercellen zorgt. De precieze reden van de productie van deze antistoffen is onbekend. Het is zeer waarschijnlijk dat een deel van de oorzaak genetisch is, maar het is onbekend in hoeverre dit het geval is en waar de andere delen van de oorzaak uit bestaan.
Symptomen
De symptomen van de ziekte van Graves zijn allemaal te verklaren door het overschot aan schildklierhormonen. De belangrijkste symptomen die de arts op de ziekte van Graves moeten wijzen zijn de struma en de exoftalmus. Helaas hebben patiënten deze symptomen niet altijd, wat de diagnose soms lastig maakt.
De Symptomen zijn:
– Struma
– Tachycardie
– Exoftalmus (uitpuilen van de ogen)
– Warmte-intolerantie
– Gewichtsverlies
– Slapeloosheid
– Prikkelbare stemming
– Angst
– Zweten
– Opgejaagd gevoel
– Ontregelde menstruatiecyclus
– Hartritmestoornissen
– Verhoogde voedselinname
– Vermoeidheid
– Spierzwakte
– Misselijkheid en overgeven
– Tremor
Behandeling
De behandeling van de ziekte van Graves kan op drie manieren: medicamenteus, operatief of door radioactief jodium.
De behandeling begint bijna altijd medicamenteus. De medicijnen die voor de ziekte van Graves worden voorgeschreven zijn de zogenaamde thyreostatica, zoals thiamazol. Deze medicijnen zorgen ervoor dat jodium niet kan worden gebruikt in de schildklierhormonen. Hierdoor stopt de schildklier met de productie van deze hormonen en dus ook met het veroorzaken van de symptomen. Aangezien de schildklierhormonen essentieel zijn, moeten patiënten ook synthetisch schildklierhormoon innemen. Na 6-24 maanden kan gestopt worden met de medicijnen. Een groot deel van de patiënten heeft dan geen hyperthyreoïdie meer, maar hebben nog wel een grote kans op een terugval.
Een andere optie voor de behandeling van de ziekte van Graves is het operatief verwijderen van de schildklier. Dit wordt aangeraden als de patiënt een struma heeft. De arts kan kiezen om de hele schildklier te verwijderen of om slechts een deel weg te halen. Als de hele schildklier wordt verwijderd, zal de patiënt de rest van zijn leven synthetisch schildklierhormoon moeten innemen. Hij heeft echter wel de zekerheid dat de ziekte niet terugkeert. Het levenslang slikken van hormonen is te voorkomen door slechts een deel van de schildklier weg te halen. Echter is het risico van deze procedure ook groot, omdat de chirurg niet weet hoeveel schildklier er weggehaald moet worden voor de optimale productie van schildklierhormoon. Zo kan het voorkomen dat de patiënt nog steeds teveel hormonen aanmaakt of dat de ziekte overgaat in een hypothyreoïdie, waar er te weinig schildklierhormoon wordt geproduceerd.
Naast medicatie en operatie is er ook de toediening van radioactief jodium. Jodium wordt alleen opgenomen door de schildklier en is daarom een prima middel om op de schildklier te werken, zonder dat er bijwerkingen zijn. Zodra het radioactieve jodium wordt opgenomen door de schildklier, begint het jodium schade aan te richten aan de cellen. Dit blijft doorgaan, totdat de cellen uiteindelijk sterven. Hierdoor krimpt de schildklier geleidelijk, totdat de medicatie gestopt wordt. Ook bij deze behandeling is er het risico dat de patiënt last krijgt van hypothyreoïdie. Daarom moeten patiënten regelmatig hun bloed laten testen om de hormoonconcentraties te controleren.
Een nieuw middel tegen de ziekte van Graves waar op dit moment onderzoek naar wordt gedaan is rituximab. Dit is een medicijn die de actieve B-cellen, de cellen die de antistoffen produceren, vernietigt. Zonder deze antistoffen wordt de schildklier niet meer overgestimuleerd, wat voor genezing moet zorgen. Het medicijn lijkt perfect te werken zoals gehoopt, maar bijna alle patiënten hebben na een paar maanden een terugval. Er zal daarom meer onderzoek gedaan moeten worden naar deze toepassing om uit te vinden welke patiëntgroepen voordeel bij deze behandeling kunnen hebben.